Home » Blog » Lichaam en geest » Depressie en het autonoom zenuwstelsel. Hoe je je weer veilig en levendig kunt voelen

Depressie en het autonoom zenuwstelsel. Hoe je je weer veilig en levendig kunt voelen

door | 22 jun, 2022 | Lichaam en geest

Als je last hebt van depressieve gevoelens, dan is de kans groot dat je je daar wel eens voor geschaamd hebt. Dit helpt echter niet om je beter te voelen. Een ander perspectief innemen kan je daarentegen wel verder helpen. Kan het zijn dat je je ooit in je leven zo onveilig of bedreigd hebt gevoeld dat je autonome zenuwstelsel je levenslust heeft uitgeschakeld? Dat is namelijk wat emotionele verwaarlozing en traumatische kindervaringen kunnen veroorzaken. Depressie kunnen we daarom ook beschouwen als een overlevingsmechanisme. Het mooie is dat je kunt leren om beter met je autonome zenuwstelsel om te gaan zodat je je ook weer sneller veilig kan gaan voelen en daardoor ook levendig. 

Het autonoom zenuwstelsel in een notendop

De hele dag door voelen we het ene moment rust, het volgende een bepaalde opgejaagdheid om vervolgens weer terug te keren naar rust en ontspanning. Ook kan het zijn dat je even wegzakt en je moedeloos voelt. Dit zijn allemaal uitingen van het autonome zenuwstelsel dat zich aanpast aan wat er op elk moment van je gevraagd wordt. Als het goed is keer je na een gejaagd of moedeloos moment weer snel terug naar een staat van rust en flow.

In het geval je traumatische ervaringen in je jeugd hebt gehad, is het niet meer vanzelfsprekend dat je systeem weet terug te keren naar een toestand van rust. Hierbij kun je denken aan emotionele armoede of verwaarlozing, maar ook aan psychisch of fysiek geweld, onvoorspelbaar gedrag van je ouders et cetera. Het gevolg hiervan kan zijn dat je (bijna) voortdurend in een gejaagde of moedeloze toestand verkeert. Je komt er niet meer uit. Dit is een enorme aanslag op je lichaam en je hersenen. Uit onderzoek blijkt dat mensen met een getraumatiseerde jeugd veel meer kans hebben op allerlei klachten als chronische spanningsklachten, buikklachten, vermoeidheid maar ook concentratieproblemen en depressieve klachten.

Om weer terug te kunnen keren naar een toestand van rust is het nodig dat je jezelf leert reguleren. De Polyvagaaltheorie ontwikkeld door Stephen Porges en
Deb Dana is hierbij heel behulpzaam. Hieronder vertel ik er meer over. Lees je mee? 

Kindtrauma en disregulatie

Er is dus een sterk verband tussen vroegkinderlijk trauma en depressieve klachten op latere leeftijd. Een traumatische gebeurtenis kun je omschrijven als een overweldigende ervaring die je beleeft als levensbedreigend en die je niet kunt vermijden. Als je als kind structureel emotioneel of fysiek verwaarloosd of mishandeld wordt, dan ervaar je dat als levensbedreigend. Je kunt nu eenmaal niet voor jezelf zorgen. Je bent volledig afhankelijk van de zorg en aandacht van de volwassene die jou eten en drinken geeft, koestert en reguleert wanneer je van slag bent.

Wanneer je ouders te vaak emotioneel afwezig waren of onveilig waardoor ze niet in staat waren jou voldoende aandacht te geven en jouw emoties te reguleren (coregulatie) heeft dat als gevolg dat je op latere leeftijd ook niet zo goed bent in het reguleren van jezelf (zelfregulatie). Zo kan het gebeuren dat je om het minste of geringste van slag bent oftewel gedisreguleerd. De een wordt boos en agressief, de ander vlucht en de derde stort in en dissocieert. Vaak is er op de achtergrond ook een bepaalde onrust aanwezig of een gevoel van het niet aankunnen waardoor je je slapjes voelt of een beetje afwezig, allemaal signalen van disregulatie.

Ben je als kind veilig gehecht geweest, dan weet je vrij gemakkelijk terug te keren naar een toestand van veiligheid en rust. Iemand met een traumatisch verleden daarentegen blijft in disregulatie hangen, voelt zich afgesneden van zichzelf en zijn omgeving waardoor depressie op de loer ligt. Rust lijkt dan iets onbereikbaars.

Het autonome zenuwstelsel

Maar wat is nu de relatie met je autonome zenuwstelsel? De psychiater Porges heeft op basis van zijn onderzoek de  polyvagaaltheorie ontwikkeld. Hij laat zien dat het autonome zenuwstelsel ons persoonlijke beveiligingssysteem is dat voortdurend op zoek is naar signalen van veiligheid, gevaar en levensbedreiging. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee delen, namelijk een sympatisch en een parasympatisch zenuwstelsel. Het eerste komt in actie wanneer er gevaar dreigt of wanneer je extra adrenaline nodig hebt om bijvoorbeeld een sportprestatie neer te zetten (mobilisatie). Wanneer het gevaar geweken is of de activiteit voorbij schakelt het zenuwstelsel over naar de parasympaticus die gericht is op rust en herstel.

Nu bestaat de parasympaticus op zijn beurt ook uit twee delen, namelijk de ventrale en de dorsale nervus vagus (10e hersenzenuw). De ventrale vagus verbindt het hart met je gezichtsspieren. Als dit deel actief is, ben je in rust en ervaar je verbinding met jezelf en je omgeving. Je zou kunnen zeggen dat dit de basisinstelling is waarmee een baby geboren wordt. Dit is vaak ook goed aan iemand te zien. Het gezicht is ontspannen, je ziet kleur en er is oogcontact. Dit is wat Porges het Social Engagement System noemt.

Immobilisatie

Wanneer we ons onveilig voelen of als er een sportprestatie neergezet moet worden schakelt het lijf, zoals eerder gezegd, de sympaticus in. Dit is de vecht- of vluchtrespons waarbij we adrenaline en cortisol aanmaken. We hebben het gevoel dat we iets kunnen doen aan de situatie. Soms ervaar je de dreiging echter als zo groot, of duurt deze zo lang, dat je autonome zenuwstelsel besluit dat vechten of vluchten geen zin (meer) heeft. Dit gebeurt zowel bij een shocktrauma, bijvoorbeeld bij een auto-ongeluk of een overval, als in een relatie waarin je machteloos staat. De situatie ervaar je als overweldigend en In dat geval is er nog maar één oplossing en dat is immobilisatie, ineenstorting.

In zo’n geval neemt de dorsale vagus het dus over. Die zorgt ervoor dat je je overgeeft aan de situatie. Je voelt je hulpeloos en je lichaam gaat dopamine aanmaken wat ervoor zorgt dat je minder gaat voelen. Je voelt je slap, je spijsvertering vertraagt, je stofwisseling gaat omlaag en je ademhaling wordt oppervlakkig.

Depressieve klachten

Deze autonome toestand zou van korte duur moeten zijn, maar als het gevaar of het gevoel van onveiligheid te lang voortduurt, heeft dat invloed op zowel je fysieke en emotionele als je mentale vermogens. Er kunnen allerlei problemen in je dagelijks leven ontstaan als chronische dissociatie, geheugenproblemen, een gebrekkige concentratie, gebrek aan energie, chronische vermoeidheid, uitputting, fibromyalgie, maagproblemen, lage bloeddruk, diabetes type 2, gewichtstoename, problemen met je spijsvertering, een slecht werkend immuunsysteem en sociaal isolement. Je verliest het contact met je lichaam en jezelf.

Dit kan uiteindelijk ook leiden tot depressie. Wanneer de dorsale vagus het langdurig overneemt, ziet de wereld er namelijk zwart en onherbergzaam uit. Het is het gevoel dat je alleen en verloren bent, hulpeloos en wanhopig. Je hebt geen idee waar je nog verbinding mee aan kan gaan.

Toch hoef je in veel gevallen niet altijd in deze dorsale toestand te blijven hangen.

De autonome ladder

Psychotherapeute Deb Dana heeft de theorie van Porges verder uitgewerkt middels haar autonome ladder. Als we ons bevinden op de bovenste sport van de ladder voelen we ons veilig en zijn we in rust. We zijn in staat om ons verbinden met onszelf en de ander (ventrale vagus). Van hieruit kunnen we zowel de sympaticus als de dorsale nervus vagus naar believen inzetten. De sympaticus hebben we nodig om te presteren en de dorsale vagus is nodig om uit te rusten en te herstellen.

Zijn we echter getraumatiseerd, dan is de default modus niet meer de ruststand maar overheersen de sympaticus en de dorsale vagus die ons vanuit ons onderbewuste als een jojo laten reageren op allerlei situaties. Het is daarom ook de kunst om de verschillende toestanden te leren herkennen. Dan kun je vanuit de ventrale vagus weer je sympaticus en je dorsale vagus leren aansturen.

Deb Dana De autonome ladder

 

Trauma en het lichaam

Het is meestal lastig om over traumatische ervaringen te praten. Enerzijds omdat deze soms op een leeftijd hebben plaatsgevonden dat er nog geen woorden waren en anderzijds omdat tijdens een traumatische ervaring het spraakcentrum uitgeschakeld wordt. In tegensteling tot het rationele brein, dat zich uit via gedachtes, drukken de oudere hersengebieden zich uit in lichamelijke reacties.

Dan kun je denken aan plotseling hevige buikpijn, misselijk worden, of je krijgt een paniekaanval. Het lijf van getraumatiseerde mensen is net een pingpongbal die oncontroleerbaar alle kanten opschiet. Vaak hebben ze geen idee waar hun heftige emoties en spanningsklachten vandaan komen. Het trauma kan dus moeilijk verwoord worden, maar het leeft zich wel uit in het lichaam.

Coregulatie en therapie

Als kind leer je jezelf te reguleren doordat je ouders je helpen om te gaan met angstige of bedreigende momenten (coregulatie). Dit wordt ook wel ik-sterkte genoemd. Heeft dit echter ontbroken tijdens je opvoeding, dan heb je dus ook niet geleerd om jezelf te reguleren. Bij het minste of geringste zit je al midden op of onderaan de ladder. Gelukkig is het brein een plastisch orgaan. Door nieuwe ervaringen op te doen kunnen de hersenen veranderen, zeker als je jong bent. Het is dus mogelijk om (grotendeels) te herstellen van deze (vroeg)kinderlijke traumatische ervaringen.

Is het dan nodig om te praten? Jazeker, maar doorgaans neemt dat niet de ingeprente angst en onveiligheid weg. Trauma’s laten vooral in het lichaam diepe sporen na. Zoals psychiater Bessel van der Kolk (Traumasporen) aangeeft is het dus vooral belangrijk om te leren hoe je je lichaam en je autonome zenuwstelsel kunt kalmeren (reguleren) zodat je je weer veilig gaat voelen in je eigen lichaam.

In een interview met Augeomagazine laat Bessel van der Kolk weten het onbegrijpelijk te vinden dat aanraking, beweging en verbeeldingskracht uit de meeste therapieën zijn verbannen. Het zijn precies die elementen die getraumatiseerde mensen helpen om zich weer veilig te voelen.

Vriendjes worden met je autonome zenuwstelsel

Als gevolg van een (kind)trauma weet het autonome zenuwstelsel dus niet meer hoe het terug kan keren naar de ventrale toestand, een toestand van veiligheid, flow en verbondenheid. Daarvoor is het niet nodig om het trauma zelf op te ruimen; het gaat erom dat je telkens weer verbinding leert maken met een veilig gevoel in jezelf in het nu. Zoals Gabor Maté zegt:

The essence of trauma is a disconnect from the self.
Therefore the essence of healing is not just uncovering one’s past,
but reconnecting with oneself in the presence.

Hoe dat werkt? De manier waarop onrust (sympaticus) en ineenstorting (dorsale vagus) zich kenbaar maken in je lichaam kun je leren opmerken. Vervolgens ga je oefenen om jezelf zodanig te reguleren dat je weer kunt terugkeren naar de ventrale toestand van rust en verbinding. Zo word je in plaats van slachtoffer stap voor stap weer vriendjes met je eigen autonome zenuwstelsel. Deze benadering is ook voor mensen met depressieve klachten heel behulpzaam. Hiermee voorkom je dat je te diep wegzakt in een dorsale toestand van somberheid en machteloosheid. Het werkt dus preventief.

Ben je nieuwsgierig geworden? Als je eens wil ervaren hoe jouw overlevingssysteem werkt en hoe je ermee om kunt gaan, reserveer dan een kennismakingssessie. Klik hier voor meer informatie. 

 

 

 

Over mij

Als ervaringsdeskundige en holistisch massagetherapeut wil ik mijn inzichten en ervaringen met jou delen over de relatie tussen lichaam en geest.

 

Volg mij op facebook

Gerelateerde artikelen

0 Reacties

Verzend een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tweet
Share
Share
Pin